Column: Twee keer hetzelfde nog een keer dubbelop
“Hoelang al, vraagt u, dokter? Sinds ik gesproken gesprekken kan praten, denk ik. M’n ouders werden er helemaal compleet gek en gestoord van. Constant en ...
“Rakkers, Dat zijn het!” Het klinkt als een zin uit een kinderboek uit mei 1932. Ik kan er een paar maanden naast zitten, maar toch … Ergens in de negentiende eeuw is het beroep van rakker gedegradeerd tot scheldwoord en niet eens een erg kwetsende. Het lijkt meer een liefkozend woord dat door oude vrouwtjes met kunstgebitten, bloemetjesjurken en rozenhandcrème gebruikt wordt. “Ja, mijn kleinzoontje, dat is een rakker, hoor!”
Een paar honderd jaar geleden waren ‘rakkers’ nog wetshandhavers die in de nacht de wacht over de stad moesten houden. De woordencombinatie ‘nacht’ en ‘wacht’ zal bij veel mensen gelijk de associatie met een van de bekendste schilderijen van Rembrandt oproepen. En dat is mooi, want die kant wilde ik ook opgaan. Mocht je de link nog niet gelegd hebben, bij dezen: we gaan het hebben over De Nachtwacht, want op dit schilderij staat een hele kudde rakkers afgebeeld. En dan bedoel ik niet het schattige hondje van Disney, maar de knechtjes van schouten. Zij die de ondankbare taak hadden om in de wetteloze late middeleeuwen bij nacht en ontij orde te houden. Het was geen geliefd baantje, want je moest naast je reguliere baan overdag ‘s nachts ook nog de hort op. Doorgaans kregen de lagere klassen, die met hun gewone baan niet voldoende verdienden, dit werk toebedeeld. Het loon was een schijntje, maar ja, je wilde toch ook laatmiddeleeuwse pindakaas op je laatmiddeleeuwse boterham, dus waarom niet? De rakkers kregen vaak de wat onfrisse klussen, waar de schouten en beulen zich te goed voor voelden. In combinatie met het lage salaris maakte dit de rakkers eigenlijk tot de laatmiddeleeuwse evenknie van een stagiaire.
Het woord ‘rakker’ is ontleend aan het Nederduits racker, dat ‘doodgraver’ betekent. Als werkwoord wordt ‘rakken’ nog in de zuidelijke provincies gebruikt, maar dan in de betekenis van ‘opruimen’. Gelukkig hoeven de stagiaires van tegenwoordig zelden meer lijken uit sloten of grachten te halen. Lijken uit de kast halen doen ze dan wel weer vaak, maar dat is een ander verhaal.
Het oude omaatje met kunstgebit, bloemetjesjurk en rozenhandcrème heeft vast heel andere bedoelingen als ze over haar kleinkinderen spreekt zijnde ‘rakkers’. Tenzij het inderdaad een stelletje doodgravers zijn, dat kan natuurlijk ook. Mocht je iemand het woord ‘rakker’ nog een keer horen gebruiken, vraag hem het dan te vervangen door ‘rapalje’, ‘schoelje’ of ‘schorriemorrie’. Dan weten we tenminste zeker dat we het over hetzelfde hebben. Of toch niet …
Over Floris Mein
Dacht jij dat de mensheid simpel in te delen was in alfa- en bètatypes? Dan hebben we de uitzondering op de regel te pakken. Overdag goochelt Floris met cijfers bij een bekende bank, ‘s avonds begeeft hij zich in de krochten van de taal. Als Bloggende Bankier deelt hij zonder enige gêne zijn trauma’s met strenge bibliothecaressen of date-ervaringen op Tinder. Dat hij überhaupt tijd vindt om te daten mag een wonder heten, want hij schrijft ook nog eens op vaste basis voor Taalvoutjes. Dat houdt hem in elk geval uit de buurt van allerhande Xantippes.
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
“Hoelang al, vraagt u, dokter? Sinds ik gesproken gesprekken kan praten, denk ik. M’n ouders werden er helemaal compleet gek en gestoord van. Constant en ...
Het was genieten de afgelopen dagen. Ik kon deze vakantie weer onbekommerd naar de radio luisteren en televisie kijken. Ergens had ik wel een beetje het gevoel ...
Laatst las ik op een mobiel voor het eerst zo’n sms’je van Burgernet, een service die haar burgers berichtjes verstuurt als iemand vermist is geraak...
Taalvoutjes-fan Kees Henselmans ergert zich weinig aan taalvouten: er zijn nou eenmaal belangrijker dingen in het leven. Maar er is één uitzondering ......