Boekrecensie: Taal is zeg maar echt mijn ding
Het razendpopulaire boek van Paulien Cornelisse omschrijven in twee woorden? Totaal Herkenbaar....
Ik heb een boek geschreven over een cavia die op een kantoor werkt. Gewoon, omdat ik dat moest van mijn eigen innerlijke artistieke zelfje. In dat boek praat die cavia, genaamd Cavia, gewoon met de mensen mee.
Maar in het echte leven zeggen cavia’s iets anders. Ze piepen een beetje. Maar hoe verwoord je dat?
Andere, belangrijke dieren hebben allemaal wel een woord dat past bij het geluid dat ze maken. De hond zegt ‘woef’ of ‘waf’. De poes zegt ‘miauw’. Het paard zegt ‘hi-i-i’. En de koe zegt ‘boe’.
Omdat dieren zich niets van grenzen en nationaliteiten aantrekken, zeggen ze overal min of meer hetzelfde. Alleen de mensen in de landen waar de dieren wonen, maken er iets anders van. Neem de hond (woef!). Die zegt in het Russisch ‘gav’. En in het IJslands ‘voff’. Daar voelen wij nog wel iets van een ‘waf’ in. Maar in het Roemeens zegt een hond ‘ham’. In het Japans ‘wan’. In het Indonesisch zegt hij ‘guk’ (klinkt meteen een stuk geconstipeerder), en in het Koreaans ‘meong’, wat doet vermoeden dat de Koreaanse hond gekruist is met een poes.
Varkens zijn ook zeer multi-interpretabel. Bij ons knort het varken. Maar in het Engels zegt hij ‘oink’. In het Japans is het ‘buu’, en in Albanië zegt een varken ‘hunk’. Ik vind dit bijna een reden om naar Albanië op vakantie te gaan. Of toch naar Zweden? Daar zegt een varken ‘nöff’.
Spraken dieren zich maar wat duidelijker uit, dan zou al die verwarring niet bestaan. Een Estse eend zegt ‘prääks‘. Een Turkse kikker zegt ‘vrak’. Als dit soort misvattingen al in de wereld bestaan, hoe moet dat dan ooit met de wereldvrede?
En dat brengt mij terug bij de cavia. Want een cavia heeft nog geen eigen ‘geluidwoord’. Niet bij ons, maar ook niet in andere landen. Zelfs niet in Peru, waar cavia’s toch erg gewaardeerd worden, zij het vooral als maaltijd.
Omdat het er nog niet is, kunnen wij nu, met alle landen bij elkaar, een ‘geluidwoord’ bepalen voor de cavia. Iets waar we het allemaal over eens zijn en waardoor we elkaar eindelijk begrijpen en waarderen. Ik zit zelf te denken aan ‘Uung? uung?’. Maar ik sta open voor andere suggesties.
En zodra we dit geluid hebben, dan mag er misschien ook ein-de-lijk een emoji komen van een cavia. Want die er is ook nog niet. Belachelijk.
Over Paulien Cornelisse
Je kent haar misschien van De Wereld Draait Door, van haar cabaretoptredens of natúúrlijk van de boeken ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ (waar meer dan 500.000 exemplaren van verkocht zijn!) en de opvolger ‘En dan nog iets’. Haar taalkronkels zijn herkenbaar maar toch verrassend en vooral heel erg geestig. Iemand die de rijkheid van de Nederlandse taal zo’n warm hart toedraagt, die dragen wij ook een warm hart toe. Haar nieuwste boek, ‘De verwarde cavia’ heeft ze in eigen beheer uitgegeven. Extra knap dus dat dit boek dus genomineerd is voor de NS Publieksprijs! Heb je al gestemd? 🙂
Wil jij op de hoogte blijven van de mooiste taaloverdenkingen, -kronkels en voutjes? Dat kan!
Nog meer fantastische columns van bekende Nederlanders als Nelleke Noordervliet, Meester Bart en René van Meurs vind je in Taalvoutjes – het boek 4.
Het razendpopulaire boek van Paulien Cornelisse omschrijven in twee woorden? Totaal Herkenbaar....
‘t kofschip, ‘t fokschaap – of, zoals het tegenwoordig heet: ‘t kofschiptaxietje, ‘t sexy fokschaapje of xtc-koffieshopje. Zoveel...
Op ‘t Kofschip in Rome, waar ik lesgeef, zitten kinderen met minstens één Nederlandstalige ouder. Drie uur per week krijgen ze Nederlandse les en zie je de kind...
Waarom zijn de woorden ‘papa’ en ‘mama’ in zo veel uiteenlopende talen zo vergelijkbaar? Is je schoonfamilie echt schoon, of misschien toch mooi? Hoezo is schel...