Deel jouw taalverhaal voor de Taalvoutjes-scheurkalender 2026!

Heb jij een mooie taalanekdote die je graag de wereld in wilt slingeren? Over terminale baden, een vark in de wei of iemand die in het buitenland graag ‘c...
Taalfouten? Natuurlijk kan ik me er nog aan ergeren, maar als een van de oprichters van Taalvoutjes juich ik ze vooral toe. Hoe meer, hoe beter! Het is immers de reden van ons bestaan. Zonder fouten geen Taalvoutjes. Meer moeite heb ik met sommige manieren waarop mensen taal gebruiken. Zo erg zelfs, dat ik vermijdgedrag ga vertonen.
Door Inger Hollebeek
Een paar weken geleden bijvoorbeeld. Ken je het fenomeen ‘vocal fry’? Zoals meer Amerikaanse verschijnselen – denk aan Halloween en Thanksgiving – nemen wij Nederlanders dit over. Even voor degenen die niet weten wat het is. Wanneer een Amerikaan – en volgens mij zijn het vooral de jonge meiden onder hen – aan het einde van een zin is beland, gaat (meestal) haar stem klinken als een … ja, als wat eigenlijk? Het woord fry legt het eigenlijk nog het beste uit, een stem die gebakken wordt? Paulien Cornelisse legt het hier heel goed uit en ook taalkundige Marc van Oostendorp stelt het fenomeen aan de kaak.
Dus. Ik zat een paar weken geleden in de bioscoop. De film ging over een Pakistaanse jongen die een Amerikaans meisje ontmoet en de twee werden natuurlijk verliefd. De relatie was gedoemd te mislukken, want: hij Pakistaans en zijn ouders traditioneel. Zij initieerden koppelpoging na koppelpoging met de prachtigste Pakistaanse dames, maar zonder succes want hij wilde natuurlijk dat Amerikaanse meisje. Hoe dan ook, ik kon de film niet aanzien. Of beter gezegd: niet aanhoren! Het meisje in kwestie deed aan vocal fry. En niet zo’n klein beetje, haar stem klonk aan het einde van elke zin als een pruttelende koffiepot. Volgens mij was het best een goede film, maar ik kwam er niet in. Door dat gepruttel.
Iets anders. Iedere zaterdag haalt mijn vriend braaf de Volkskrant bij de Spar beneden. Met een croissantje en soms een flesje verse jus. Dan begin ik altijd met het magazine. Bij de column van Eva Hoeke aanbeland, twijfel ik even. Lezen of niet lezen? Ik sla de bladzijde meestal toch maar om. De reden? In haar columns heeft Eva het altijd over De Man. En daarmee bedoelt ze niet de man in het algemeen, of Jezus of zo. Nee, De Man is haar vriend. Aaaargh. Daar kan ik dus echt heel slecht tegen. En het komt vaker voor. Columnisten die het hebben over De Dochter. Zeg gewoon ‘mijn dochter’! Wat is daar mis mee?
Ik heb me afgevraagd waarom columnisten dit nou eigenlijk doen. Weet jij het? En zijn er mensen die dat wél leuk vinden? Ik hoor het graag. Als jullie nou met echt heel veel zijn, dan beloof ik Eva bij dezen dat ik – de volgende keer als De Man een krantje haalt – haar column wél zal lezen.
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in.
Heb jij een mooie taalanekdote die je graag de wereld in wilt slingeren? Over terminale baden, een vark in de wei of iemand die in het buitenland graag ‘c...
Zo blij als een archeoloog (denk ik) is met de vondst van een eeuwenoud fossiel, zo blij ben ik met de eeuwenoude taalvondsten die Yannick Fritschy onthult in z...
Japke-d. Bouma kennen we van haar scherpe columns in nrc.next en NRC Handelsblad. Regelmatig schrijft ze haar verbazingen en gedachten over taal en kantoorclich...
Ja, taal is zeg maar echt jouw ding (anders volgde je ons waarschijnlijk niet). Maar laten we wel wezen, hoe mooi de Nederlandse taal ook moge zijn, hij is soms...