Column: Dabben met je eten
Er was een tijd dat ik een tik op m’n achterhoofd kreeg van mijn pa als ik weer eens zat te dabben aan tafel. Tegenwoordig juichen mijn leerlingen als ik dab, o...
Wat gaat er verloren als een taal niet meer klinkt? Dat is dé vraag die tijdens het lezen van Kwetsbare talen continu aanwezig is. Niet-kwetsbare talen als Engels en Spaans worden in de hedendaagse samenleving wereldwijd en in toenemende mate gesproken. Talen die (veel) minder sprekers kennen, dreigen daardoor uit te sterven. Kwetsbare talen vestigt de aandacht op dat proces, en gunt de lezer een inkijkje in het unieke karakter van enkele met uitsterven bedreigde talen.
Door Bastiaan Weldring
In zes hoofdstukken, onderverdeeld per werelddeel, behandelt auteur Ginny Naish vijf talen per continent. De snelheid waarmee die talen dreigen uit te sterven verschilt onderling. Zonder uitzondering echter betreffen het talen met een (klank)rijke geschiedenis, wat het des te treuriger maakt dat hun toekomst zo ongewis is.
Belangrijk aan de vraag wat er verloren gaat als een taal niet meer klinkt, is het woord ‘klinken’. Een taal klinkt alleen als men de taal actief en in het dagelijks leven spreekt. Ter illustratie daarvan opent de auteur het eerste hoofdstuk met de Noord-Amerikaanse Karok-stam en hun gelijknamige taal, die de stam vermoedelijk al 5000 jaar spreekt. Het aantal hedendaagse sprekers: twaalf! Dat hoeft nog niet het einde van de taal te betekenen.
Zo beschrijft Naish het mentor-leerlingimmersieprogramma dat een groepje vrijwilligers heeft opgezet om de taal levend te houden: drie jaar lang brachten jonge sprekers veertig uur per week door met oude moedertaalsprekers om zich de taal eigen te maken. Daardoor zijn er nu vier jonge Karok die het Karok als eerste taal spreken. Een erg precaire situatie dus, met allesbehalve zekerheid over wat de toekomst de taal zal brengen. Maar naast het besef dat die wellicht uitsterft, geeft het voorbeeld ook hoop. De energie die men steekt in het proberen te behouden van de taal is bewonderenswaardig.
Een ander bemoedigend voorbeeld is de heropleving van het Cornisch. Deze taal stierf eind achttiende eeuw uit als gevolg van het dominanter wordende Engels in de streek. Doordat de taal destijds al uitgebreid gedocumenteerd was – en de wetenschappelijke belangstelling ervoor nooit verdween – zijn er tegenwoordig inmiddels weer meer dan 500 sprekers van de taal te vinden in de omgeving van Cornwall. Het goed documenteren van een taal loont dus! Vergelijkbare initiatieven zijn in meerdere werelddelen terug te vinden, zo blijkt uit de paragrafen in het boek.
Graag zou ik met een positieve noot afsluiten, maar wil ik het boek recht doen –en dat verdient het!– dan moet ik erkennen dat het boek een treurige ondertoon heeft. Hoe kan het ook anders: klanken en woorden die gedurende duizenden jaren zijn gebruikt om liefde of treurnis uit te drukken en die uit de kelen van velen kwamen, raken in de vergetelheid. Dat ís een treurig gegeven. En daarom is het fijn dat dit boek er is, voor het besef dat het creëert: als een taal niet meer klinkt, gaat er meer verloren dan een extern stel woorden. Taal maakt ons tot wie we zijn, en bekommering erom is niets anders dan zelfzorg.
Is dit boek geschikt voor jou?
JA: ‘Ik spreek, dus ik ben’? Tal van mensen ‘zijn’ met jou, in dit boek lees je over hen!
NEE: Vind je het niet reuze-interessant dat binxo Hadza is voor ‘de dode vangst onder je riem dragen’? Beter blijf je dan weg van dit boek!
Auteur: Ginny Naish
Uitgeverij: Fontaine Uitgevers BV
Jaar: 2014
Pagina’s: 287
Hebben?
Er was een tijd dat ik een tik op m’n achterhoofd kreeg van mijn pa als ik weer eens zat te dabben aan tafel. Tegenwoordig juichen mijn leerlingen als ik dab, o...
In samenwerking met appbouwer ITNEXT heeft de succesvolle Facebookpagina Taalvoutjes een app voor iPhone en Android gelanceerd. De pagina wil hiermee haar meer ...
“Eén kapsalon, alstublieft!” De Nederlandse keuken wordt vaak tekortgedaan. Ons eten zou voornamelijk bestaan uit aardappels en draadjesvlees en de keuken wordt...
Laatst vroeg iemand hoe het met me ging. “Goed! En met jou?”, antwoordde ik. Later bedacht ik me dat ik misschien beter ‘u’ had kunnen zeggen. De pe...