Column: dit is de top 10 van taalergernissen
Af en toe moet je als taalcolumnist de thermometer weer eens even diep in je doelgroep steken om erachter te komen wat ze wil, dus ik dacht: ik vraag op Twitter...
In haar nieuwste boek ‘Taal voor de leuk‘ neemt Paulien Cornelisse ons mee in al haar taalverwonderingen. Van het woordje ‘heul’ (in plaats van ‘heel’) en de befaamde FONQ-slogan ‘Vind jouw mooi’: er is genoeg in de wereld van taal om je over te verbazen. Zo ook over dierennamen. In dit fragment uit het boek neemt Paulien ons mee in haar overdenkingen hierover. En eh, wil jij kans maken op haar boek? Lees dan zéker door tot het eind!
Er was een kat kwijt en er waren briefjes opgehangen. Kakkie, las ik. Het was een kat uit Amsterdam-Zuid. Dat was wel passend, want Amsterdam-Zuid is een kakbuurt.
Maar waarom de kat Kakkie genoemd? Was Kakkie ooit een kat die naast de bak kakte? Dat misschien nog steeds wel deed? Of was er een peuter in de familie die ‘katje’ probeerde te zeggen en er ‘kakkie’ van maakte? Of was de familie van Kakkie bezig met het accepteren van het feit dat ze in een kakbuurt woonden? Dan maar all the way en je kat Kakkie noemen. De hond heet Rolex en de parkieten noemen we Moët en Chandon.
De nieuwe directeur van Artis heet Rembrandt Sutorius en ik denk dat die voornaam een last is. Dat je je steeds maar weer moet verontschuldigen dat je echt niet kunt tekenen, of in ieder geval niet zo goed als de ‘echte’ Rembrandt. Maar wie ís de echte Rembrandt? Van hoeveel dierentuinen moet je directeur worden voordat je eindelijk de definitieve Rembrandt bent?
In Artis krijgen de dieren nog wel namen, maar er wordt niet meer zo mee naar buiten getreden. Een vrijwilligster heeft mij ooit uitgelegd dat dat het beleid was – de dieren zijn daar niet als individu, maar als representant van hun soort. De olifant is daarom gewoon ‘de olifant’. Maar voor intern gebruik hebben de dieren wel namen. Logisch, want het is niet te doen om een baby-olifant te voeren en ondertussen te denken: wat een interessante representant van alle baby-olifanten ter wereld. (Ik zou sowieso geen enkele gedachte meer kunnen hebben behalve: ‘Owwww … die haartjes!’)
Opvallend is wel dat die interne namen in Artis heel zorgvuldig en cultureel-sensitief worden gekozen. Een paar jaar geleden werd er een olifantje geboren dat ‘Sanuk’ werd genoemd. Dat is een Thaise naam, want de Artis-olifanten wonen ‘eigenlijk’ in Thailand.
Als de namen toch niet officieel zijn, zou je denken: noem die olifant lekker Kakkie als het zo uitkomt. Of Rembrandt.
Ben jij benieuwd naar de rest van het boek ‘Taal voor de leuk‘? Dat komt mooi uit, want we mogen vijf boeken weggeven! We zijn erg benieuwd naar nog meer gekke dierennamen. De vraag luidt dan ook: deel de vreemdste dierennaam die jij ooit hebt gehoord. Laat het ons weten in een reactie (hier, op Facebook, Twitter of Instagram of stuur een mail of postduif als het niet anders kan) en wie weet belonen we jou met een exemplaar!
Meer van Paulien Cornelisse:
Af en toe moet je als taalcolumnist de thermometer weer eens even diep in je doelgroep steken om erachter te komen wat ze wil, dus ik dacht: ik vraag op Twitter...
Maandagmiddag, half vijf. Daar zit ik dan. Eindelijk. De eerste ademtocht het lekkerst. Streling van de ruggengraat. Simpel kan het leven zijn. Het geluk van ee...
Gezegdes en uitdrukkingen zijn in het leven geroepen om situaties makkelijk te kunnen scharen in een categorie, zodat iedereen even weet waar we het eigenlijk o...
De titel Ik verf tot ik sterf, en 343 andere ‘slechte’ slogans zou kunnen doen vermoeden dat het boekje niets meer is dan een opsomming van slogans, maar niets ...