Column: Dabben met je eten
Er was een tijd dat ik een tik op m’n achterhoofd kreeg van mijn pa als ik weer eens zat te dabben aan tafel. Tegenwoordig juichen mijn leerlingen als ik dab, o...
Zo blij als een archeoloog is met de vondst van een eeuwenoud fossiel (denk ik), zo blij ben ik met de eeuwenoude taalvondsten die Yannick Fritschy onthult in zijn boek De stam van het woord: Over taalevolutie en de eerste taal ter wereld.
Door Berith van Pelt
Oké, over de oudste taal die ooit bestaan heeft, bestaan alleen nog hypothesen, maar het is fascinerend wat de taalwetenschappers al gereconstrueerd hebben. Een beetje taalkenner weet natuurlijk dat talen aan elkaar verwant zijn en dat sommige groepen talen uit eenzelfde taal zijn voortgekomen. Maar Fritschy gaat verder, veel verder. Hij maakt jou van lezer tot tijdreiziger en neemt je mee tot de kern van de stamboom van taal. Van het Nederlands dus, maar ook van elke andere taal, want we eindigen de reis bij de aanname dat er ooit een taal bestaan heeft waartoe alle mogelijke talen terug te herleiden zijn.
Science fiction? Zo klinkt het soms wel, maar zo is het niet. Fritschy maakt in zijn boek heel duidelijk wat taalwetenschappers al weten en vooral ook hoe ze het weten. In goed te volgen bewoordingen legt hij uit hoe taalverandering en verschillen en overeenkomsten tussen talen aanwijzingen kunnen geven voor het bestaan van een gemeenschappelijke oertaal. Maar hij is ook eerlijk: hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe meer je moet speculeren over hoe zo’n oertaal eruit heeft gezien. Toch een beetje science fiction dus.
Op je weg naar de allereerste oertaal, passeer je allerlei andere wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld dat er maar liefst negen creooltalen ontstaan zijn uit het Nederlands en dat ons woord ‘baas’ door wel 57 andere talen is geleend. Leuke weetjes om op een verjaardag mee te pronken, maar ondertussen begrijp je wel steeds beter hoe talen zich verspreiden, zich ontwikkelen en hoe talen ontstaan en uitsterven.
Het boekje leest alsof Fritschy zelf op die verjaardag tegen je zit te praten. Geen wetenschappelijk gewauwel, maar gewoon een goed leesbaar verhaal met genoeg uitleg om het begrijpelijk maar niet te ingewikkeld te maken.
JA – Als je graag taalwetenschapper had willen zijn, maar
dat niet geworden bent en nu toch iets over taal wilt leren.
NEE – Als je dingen pas gelooft als je ze gezien (of gehoord) hebt.
Er was een tijd dat ik een tik op m’n achterhoofd kreeg van mijn pa als ik weer eens zat te dabben aan tafel. Tegenwoordig juichen mijn leerlingen als ik dab, o...
In de auto op weg naar de verjaardag van mijn oma zingen we uit volle borst: "Lang zal ze leven, lang zal ze leven ... In de gloria, in de gloria!" Abrupt valt ...
Familieverhoudingen zijn anno 2016 allang niet meer zo overzichtelijk als pakweg veertig jaar geleden. Bovenstaande tekst laat dat maar weer eens zien. Laat ik ...
Laatst promoveerde een vriendin van me. Van tevoren gingen er onder de genodigden wat mailtjes rond over filmpjes, foto’s en cadeaus; allemaal in strakke banen ...