Column: Autocorrect en tevens juist
Om 3.15 piepte mijn telefoon. Eén nieuw bericht, las ik. Het berichtje ging ongeveer zo: Hi, heb jij die twee jonglerende dinosaurussen op een eenwieler met Zaa...
We leven in het gouden tijdperk van de schrijftaal, iedereen schrijft. Dat is wel eens anders geweest. Mensen die vroeger niet schitterden in taalbeheersing, schreven na een aantal moeilijke jaren op school nauwelijks nog iets, behalve wat boodschappenlijstjes en nu en dan een sollicitatiebrief.
Om sociaal overeind te blijven hadden ze dat ook niet nodig. Wie wel iets op – toen nog – papier zette, pakweg in de eerste helft van vorige eeuw en alle eeuwen daarvoor, had daar meestal voor doorgestudeerd. Bovendien ging er vaak nog een handvol uitgevers, redacteuren en correctoren over zijn of haar teksten heen.
Ironisch genoeg zijn de sociale media en nieuwe technologieën er verantwoordelijk voor dat bijna iedereen ook na de schoolcarrière geschreven teksten blijft produceren. Inderdaad, in spreektaal en met flink wat fouten, maar wie meent dat communicatie een basisrecht is, zal dat er maar bij moeten nemen, toch?
Het probleem is dat iedereen van de ander verwacht dat hij of zij foutloos Nederlands (of Frans of Engels of Duits of Swahili of…) aflevert. De eigen taalfouten vallen uiteraard onder de noemer ‘vergissinkjes’. Neem nu het bordje op bovenstaande foto. Vroeger zou de maker ervan, ongetwijfeld een ervaren metaalbewerker, de tekst niet zelf geproduceerd hebben. Dat deed een medewerker ‘van kantoor’, die de boodschap lettertje voor lettertje, met alle punten en spaties voorschreef én achteraf controleerde. Daar is tegenwoordig noch tijd, noch geld voor en dan gaat het wel eens wat vaker mis.
Een voordeel van de tegenwoordig wild om zich heen slaande schrijftaal is dat deze amusante bijdrages oplevert voor initiatieven zoals Taalvoutjes. Zolang het maar niet uitdraait op puur leedvermaak, want lankmoedigheid tegenover mede-taalgebruikers met een meer beperkte taalbeheersing is best wel een goede oefening in verdraagzaamheid. En van dat laatste hebben we in deze maatschappij nooit genoeg, toch?
Kun je goed schrijven en heb je een brandende taalkwestie die beschreven móet worden? Of schrijf je liever een ode aan jouw favoriete woord? Stuur nu jouw taalcolumn in! Wie weet zie je deze binnenkort terug op onze site. Inzenders van geplaatste columns ontvangen van ons een leuk Taalvoutjespakket.
Om 3.15 piepte mijn telefoon. Eén nieuw bericht, las ik. Het berichtje ging ongeveer zo: Hi, heb jij die twee jonglerende dinosaurussen op een eenwieler met Zaa...
“Ewa! Whatup? Fa waka, faffie. Boks. Niet? Aight, is cool. Thnx dat u me uit wilde nodigen, G. Ik solliciteer voor de functie van docent Nederlands, ja. Je weet...
‘Gids voor de kantoorjungle’ is het derde boek van Japke-d. Bouma dat we voor Taalvoutjes recenseren. We kennen haar van haar kantoortaal-observaties en scherpe...
We zitten in de kring. “Wat zou je toveren, als je voor één dag een tovenaar was?”, is de vraag. Ik hoor de mooiste dromen, die vooral te maken hebben met een z...