Boekrecensie: The Dutchionary

The Dutchionary

Iedere Nederlander die weleens in het buitenland is geweest, weet dat we nogal een imago hebben. Natuurlijk roken we allemaal de hele dag wiet en lopen op klompen. En welke taal spreken ze eigenlijk in Amsterdam? Duits toch?

Door Jojanneke Drapers

Dát we een imago hebben in het buitenland is niets nieuws, maar wellicht is dat imago enigszins veranderd in de afgelopen honderden jaren. Uit dat imago, maar óók uit verschillende uitvindingen die de Nederlanders de afgelopen eeuwen over de (Engelstalige) wereld hebben verspreid, zijn nogal wat uitdrukkingen gekomen met Dutch erin. Gaston Dorren heeft met The Dutchionary een overzicht gemaakt met een heleboel – en blijkbaar niet eens alle – van dat soort uitdrukkingen. En dat maakt pijnlijk duidelijk hoe ze in andere landen over ons denken.

Gelukkig start Dorren met een historische verklaring van het woord Dutch, en maakt hij duidelijk dat onder de Dutch ook Duitsers en Vlamingen en soms zelfs mensen uit Scandinavië bedoeld werden. In de VS werd het woord Dutch zelfs gebruikt voor alle witte buitenlanders. Kortom: met Dutch worden zeker niet alleen hedendaagse Nederlanders bedoeld. En het is wel zo fijn dat even in je achterhoofd te hebben voor je verder leest.

Door naar die uitdrukkingen, want daar heb je dit boek natuurlijk voor. Natuurlijk zijn we gierig, zoals je kunt zien aan to do a Dutch, waarbij je ervandoor gaat zonder te betalen. To go Dutch zullen de meesten ook wel kennen: de rekening eerlijk splitten (nee, jij hebt een frietje van mij gehad…!). Daarnaast betekent Dutch vaak ‘minder goed’ of ‘nep’, zoals in Dutch gold, wat imitatiebladgoud is, en Dutch medicine, wat over het algemeen geneesmiddelen van twijfelachtige kwaliteit waren.

Wel waren de Nederlanders, naast gierige bedriegers, natuurlijk ook hartstikke oversekst. In The Dutchionary staan talloze voorbeelden van de vulgaire aard van ons Hollanders, zoals ‘to make a dutchess’ waarbij je seks hebt met je schoenen nog aan; en Dutch dumplings zijn niets anders dan billen. Maar denk je misschien dat de Dutch hoe iets te maken heeft met onze wetgeving op het gebied van prostitutie? Fout: het is de gangbare naam voor een rechthoekige schoffel.

Zuipen deden we toen ook al flink. Dutch milk is een ander woord voor onze goudgele rakker, het biertje. Als we daar maar genoeg van drinken krijgen we Dutch courage: overmoedigheid door alcohol. En dan kunnen we zomaar opeens een Dutch concert gaan geven en totaal uit de maat door elkaar heen spelen. Blijkbaar.

Gelukkig zijn zeker niet alle uitdrukking in The Dutchionary negatief: een Dutchman’s measure was het extraatje dat een verkoper aan klant gaf, en dus juist erg positief. Ten slotte was er ook sprake van enige Nederlandse trots, zoals te zien aan de uitdrukking If you ain’t Dutch, you ain’t much.

Is dit boek iets voor jou?

JA – Als je eens flink met je neus op de feiten gedrukt wilt worden (hoewel, feiten?). 
NEE – Als je iets te trots bent op je Nederlandse afkomst en geen negatief woord erover wilt horen.

Column

Column: Tautologieën en pleonasmen

Column: Tautologieën en pleonasmen

Tautologieën en pleonasmen, die termen haal ik altijd abusievelijk door elkaar. Dat laatste was een pleonasme … of een prachtig mooie tautologie, dat weet...


Column

Column: Uuro

Column: Uuro

Ik heb een favoriet kassameisje, ze heet Denise. Denise is altijd vrolijk. Ze begroet al haar klanten met een vriendelijke glimlach en heeft het werk van caissi...


Woordweetje

Woordweetje: Wat een circus!

Woordweetje: Wat een circus!

Laatst vroeg ik het zevenjarige dochtertje van een vriendin wat ze voor haar verjaardag wilde hebben. “Een paard”, luidde het antwoord. Die zag ik a...