Column: Hedendaagse spreekwoorden

stinkend onze best spreekwoord

“Spreekwoorden, wie gebruikt die nou nog?” Zo reageren mensen vaak als ik opbiecht dat ik spreekwoorden verzamel: levenswijsheden uit grootmoeders tijd, die toch regelmatig van pas blijken te komen. U weet wel: ‘als het kalf verdronken is, dempt men de put’ of ‘oefening baart kunst’ of ‘je moet het kind niet met het badwater weggooien’.

Door Ton den Boon

Waarom ik zulke spreekwoorden verzamel? Vooral om vast te stellen dát ze nog worden gebruikt. Immers, als blijkt dat een uitdrukking niet meer wordt gebruikt, heeft het geen communicatieve functie meer en is het in feite niets anders dan een talige curiositeit uit de oude doos. Begrijp me niet verkeerd: ze zijn vaak leuk hoor, die spreekwoorden uit het grijze verleden en soms herinneren we ze nog uit onze jeugd, maar in de praktijk gebruikt vrijwel niemand meer spreekwoorden als ‘om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer’ of ‘als de dood ons nedervelt, is het uit met goed en geld’.

Juist spreekwoorden die nog wél worden gebruikt, vind ik interessant. Die van het type ‘als het kalf verdronken is, dempt men de put, ‘oefening baart kunst’ of ‘je moet het kind niet met het badwater weggooien’. Niet alleen omdat zulke spreekwoorden op een beknopte wijze soms heel veel informatie kunnen overdragen, maar ook omdat ze – als onderdeel van de levende taal – aan verandering van vorm en soms ook betekenis onderhevig zijn.

Halve spreekwoorden

Een mooi voorbeeld van variatie zijn ‘halve spreekwoorden’ van het type ‘als het kalf verdronken is …’, waar de lezer of toehoorder blijkbaar automatisch het tweede deel erbij denkt. Dat taalgebruikers met nóg minder woorden toe kunnen als het om spreekwoorden gaat, blijkt uit moderne varianten als ‘kind, badwater’ of ‘kalf, put’. Op vergelijkbare wijze worden wel meer spreekwoorden – zelfs varianten die in hun volledige vorm tamelijk ouderwets worden gevonden – verkort tot spreekwoord 2.0. Blijkbaar slaan twitteraars en anderen die spreekwoorden op deze manier verkorten de taalkennis van hun lees- of luisterpartners behoorlijk hoog aan. Wie op Twitter ‘het spreekwoord schaap, dam’ leest, wordt geacht dat zelf te kunnen uitbreiden tot ‘als één schaap over de dam is, volgen er meer’.

Hedendaagse spreekwoorden

Hoeveel spreekwoorden nog courant zijn, kun je eigenlijk alleen maar nagaan door te tellen en te turven. Dat is precies wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, ter voorbereiding van het Van Dale spreekwoordenboek, dat de afgelopen maand is verschenen. Van de ongeveer 2000 à 2500 spreekwoorden die je traditioneel in de oudere spreekwoordenboeken vindt, heb ik in krantendatabases van de afgelopen 25 jaar, maar ook op de sociale media beoordeeld of (en hoe) ze worden gebruikt. Ongeveer de helft ervan wordt nog weleens gebruikt, maar zo’n 500 à 600 traditionele spreekwoorden zijn nog echt courant, althans in de schrijftaal.

Van sommige uitdrukkingen snap je meteen waarom ze in onbruik zijn geraakt. In het archaïsche spreekwoord ‘vele honden zijn der hazen dood’ (tegen overmacht kun je je moeilijk verweren) zit de ongebruikelijke formulering met een oude genitief ‘der hazen dood’ combinatie (de dood van de hazen) het voortbestaan van het spreekwoord in de weg. Het eveneens archaïsche spreekwoord ‘als het huwelijk is om het gelletje, dan wordt het gauw een helletje’ (van een huwelijk om financiële redenen wordt doorgaans geen van beide partners gelukkig) heeft geen toekomst meer door het door het rijm afgedwongen oude woord ‘gelletje’ (geld), maar misschien ook wel omdat er niet meer zo vaak ‘om het geld’ wordt getrouwd. Jammer, zult u misschien zeggen, die teloorgang der oude spreekwoorden, maar het is niet anders. En blijkbaar kunnen we in communicatief opzicht voldoende uit de voeten met de circa 500 à 600 spreekwoorden die we hebben overgehouden. Juist die harde kern van de spreekwoordenschat staat centraal in het nieuwe Van Dale spreekwoordenboek. En niet alleen de betekenis en de herkomst van de spreekwoorden worden beschreven, maar vooral ook de toepassing ervan.

Maatschappelijke spreekwoorden

Voor wie de teloorgang van een deel van de oude spreekwoordenschat écht aan het hart gaat: door verdwenen spreekwoorden af te stoffen en opnieuw te gaan gebruiken kunt ú ze misschien een comeback bezorgen. Daarnaast zorgt de aanhoudende vernieuwing van de taal voor een beperkte verrijking van de bestaande spreekwoordenschat. ‘De leugen regeert’; ‘alles van waarde is weerloos’; ‘achter elke sterke vent staat een vrouw’; ‘het is eenzaam aan de top’ – het zijn allemaal spreekwoorden die er honderd, soms vijftig en soms dertig jaar geleden nog niet waren. Soms weerspiegelen veranderingen in de spreekwoordenschat maatschappelijke veranderingen. Zo heeft het oude (en nog niet helemaal verdwenen) spreekwoord ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’ (in ieder gezin is weleens verdriet of tegenslag) in de ontkerstende en geïndividualiseerde samenleving waarin we nu leven een adequate opvolger gevonden in het aan het Engels ontleende spreekwoord ‘in ieders leven moet wat regen vallen’.

Het moge duidelijk zijn: net als onze woordenschat verandert ook onze spreekwoordenschat. Spreekwoorden gaan en komen, maar de belangrijkste constatering is dat we kennelijk nog altijd behoefte hebben aan oude, beproefde levenswijsheden om met elkaar te communiceren. En zolang die behoefte er is, zullen we (oude en nieuwe) spreekwoorden blijven gebruiken.


Van Dale spreekwoordenboek - Ton den Boon

WINNEN!

Het spiksplinternieuwe Van Dale Spreekwoordenboek is samengesteld door Dikke Van Dale-hoofdredacteur Ton den Boon en biedt een compleet overzicht van de meest gangbare Nederlandse en Vlaamse spreekwoorden – verlucht met kleurrijke illustraties, korte essays over de herkomst van onze spreekwoorden en vele citaten uit de Nederlandse en Vlaamse media en literatuur. En wij mogen er maar liefst vijf weggeven! Hoe? Deel jouw favoriete spreekwoord met ons in een reactie op onze site of socialmediakanaal en wie weet, valt het boek binnenkort bij jou op de mat!

 


Ton den Boon over spreekwoordenOver Ton den Boon

Toon den Boon is een behoorlijk bezige bij; niet alleen is hij al sinds de jaren negentig hoofdredacteur van de Dikke van Dale, hij runt ook nog zijn eigen uitgeverij De Weideblik en heeft al heel wat boeken op zijn naam staan, waaronder het Verdwijnwoordenboek en het erotisch woordenboek ‘De Taal der liefde‘. Ook voor Taalvoutjes – het jubileumboek schreef hij een prachtige column over ‘boeren met worsten’. Die zouden in het erotisch woordenboek niet misstaan!

Ik wil meer lezen …

Dat kan! Hieronder vind je de boeken van Tons hand:

Column

Column: Voetbaltaal

Column: Voetbaltaal

Juni 2014. Het WK is net begonnen. Met een stel vrienden kijk ik de wedstrijd Nederland-Spanje. Als niet-voetbaldeskundige wil je dan uiteraard een beetje leuk ...


Woordweetje

Woordweetje: de kapsalon

Woordweetje: de kapsalon

“Eén kapsalon, alstublieft!” De Nederlandse keuken wordt vaak tekortgedaan. Ons eten zou voornamelijk bestaan uit aardappels en draadjesvlees en de keuken wordt...