Column: Nederlands bij het grofvuil!

“Alstublieft mevrouw, uw latte macchiatto en cheesecake.”

Genietend van mijn koffie verkeerd realiseer ik me dat je echt niet naar een horecagelegenheid hoeft te gaan om tot de ontdekking te komen dat het Nederlands als gebruikstaal langzaam maar heel zeker aan het verdwijnen is. Even om me heen kijken naar de verpakking van mijn kauwgom, het badschuim dat ik zojuist heb gekocht en mijn mobiele telefoon is illustratief. Aanduidingen in onze auto’s en computer geven geen ander beeld. Vliegvelden hebben vaak Engelse namen en in de supermarkt moet je zoeken naar Nederlandse tekst. Uitverkoop wordt sale en de Nederlandse televisie is voor het grootste deel slechts te volgen met behulp van ondertiteling.

Miranda Heussèr

 

Door Miranda Heusèrr

 

Sinds de Tweede Wereldoorlog zien we een explosieve groei aan Engelse leenwoorden. De Engelse benamingen voor nieuwe producten nemen we gewoon over. Is dit erg? In tegenstelling tot wat zovelen beweren, kun je alleen maar uiterst tevreden zijn over deze blijkbaar versneld verlopende ontwikkeling. Want wat verdwijnt er nou helemaal? Een gebruiksartikel, want meer is een taal toch niet? Een telefoontoestel of een jas die uit de mode of versleten is geraakt, wordt – terecht – afgedankt. Iets dat niet meer nodig is of door iets anders wat praktischer en beter is, kan worden vervangen, moet eruit. Natuurlijk is het bij het grofvuil zetten van een taal ietwat emotioneler geladen dan het buitenzetten van een oude stoel. Maar willen we van dit land niet langzamerhand een openluchtmuseum maken, dan moeten we af van een taal die ons steeds duidelijker isoleert van de rest van de wereld.

Welke voordelen zou de vervanging van ons plaatselijk dialect door het Engels niet hebben! Te behoren tot de grootste, in ieder geval belangrijkste taalgemeenschap in de wereld. Een zegen met maar heel weinig negatieve aspecten. Engels is een wereldtaal met een zeer hoge status. In de steeds belangrijker wordende internationale contacten zullen we onze eigen taal kunnen gebruiken. Een Nederlandse onderhandelaar, die uit zelfoverschatting geen tolk wenst te gebruiken, zal niet meer besmuikt worden uitgelachen. Het onderwijs zal niet meer gebukt gaan onder de zware last van het, overigens zonder al te veel effect, bijbrengen van drie, vier moderne vreemde talen. De hele Angelsaksische literatuur zal zich openen voor elke Nederlander. Wie zou de ongelezen Vondel niet willen ruilen voor Shakespeare? Buitenlanders die Nederland komen bezoeken hebben het makkelijker. En wanneer ze er misschien voor kiezen om zich hier te vestigen, kunnen ze veel gemakkelijker en dus sneller integreren.

Natuurlijk zullen er in het begin nog maatregelen moeten worden genomen om moeilijkheden met in het Nederlands opgegroeide ouderen te voorkomen, maar ervaringen met emigranten naar Engelstalige landen wijzen uit dat we de bezwaren niet moeten dramatiseren. En we zijn al goed op weg: bijna iedereen om je heen beheerst wel wat Engels, universiteiten leiden studenten op in het Engels en staatssecretaris Dekker pleit nu zelfs voor tweetalige basisscholen.  

Uiteraard zal het Nederlands niet meteen helemaal verdwijnen en dat hoeft ook niet. Het mag best als lokaal curiosum te midden van andere folklore zoals het Fries en het dauwtrappen blijven bestaan, maar we zouden verlost zijn van de periodieke plaag die spellingshervorming heet. We zouden verlost zijn van het verward worden met onze oosterburen, die immers ook aardappels eten. En verlost zijn van het geginnegap over het taalgebruik van onze zuiderburen. We zouden eindelijk allemaal de opschriften op onze gadgets en in onze auto begrijpen. Er zou naar ons geluisterd worden, niet om te horen hoe we het in beroerd Engels of Duits zeggen, maar om wát we zeggen.

Ik leg mijn tijdschrift met een leuke budget special aan de kant en vraag om de rekening. “Pinnen of cash mevrouw? En heeft u uw membercard bij zich? Mogen we u toevoegen aan onze mailinglist, zodat we u op de hoogte kunnen houden van onze acties en events?” Valt het u nog op?!


Wil je je eigen column terugzien op onze site? Stuur deze nu in.

Woordweetje

Woordweetje: Carnavalsnamen

Woordweetje: Carnavalsnamen

N’n Tullepetaon. Wat is dit nu? Wordt er hier geen Algemeen Beschaafd Nederlands meer geschreven? Over het algemeen wel, maar er is een tijd in het jaar dat del...


Woordweetje

Woordweetje: de fiets

Woordweetje: de fiets

De fiets. Op een stilstaande NS-trein na is het misschien wel het meest Nederlandse vervoermiddel dat we kennen. Wij Nederlanders zijn sinds de uitvinding van h...


Column

Column: Met me moeder na de tandarts

Column: Met me moeder na de tandarts

Het is maandagochtend, 7:30 uur. Het gemekker van mijn wekker echoot nog door mijn achterhoofd, terwijl ik zittend op de rand van mijn bed slaapdronken door mij...