Column: Punthoofd van vraagtekens
Ik word niet snel boos. Mensen, ook leerlingen, kunnen heel veel bij me maken. Soms zelfs teveel. Ik word nu eenmaal niet snel boos om het minste geringste en b...
Het is maandagochtend, 7:30 uur. Het gemekker van mijn wekker echoot nog door mijn achterhoofd, terwijl ik zittend op de rand van mijn bed slaapdronken door mijn Facebooktijdlijn scroll, zoals ik dat altijd doe. Plots wordt mijn ochtendritueel bruut verstoord. Mijn duim houdt stil bij een post van een klasgenootje. Daar staat het. Achteloos en schijnbaar zonder nadenken neergekwakt op het internet. Het is nog pril. Red de arme ziel nu het nog kan! “Moest net met me moeder na de tandarts.”
Door: Roy van Boven
Het is ons weer gelukt! Ons? Ja, mijn generatie, de sociale-mediageneratie, de vermeende toekomst. Het misdrijf werd zoals gezegd gepleegd door iemand van mijn leeftijd, dit keer is het een meisje. Dit keer, zeg ik, want het is niet zo dat ik u getuige laat zijn van een zeldzame gebeurtenis, helaas niet.
“Hij is echt niet beter als mij, hoor”, aldus een vriend van mij over een concurrent van hem. Vervelend als ik ben, corrigeer ik hem onmiddellijk: “Dan ik!” “Zeur niet zo joh, je weet toch wat ik bedoel.” Ik heb mijn antwoord al klaar, maar ik slik het in. Hij heeft gelijk. Ik weet wat hij bedoelt. Iedereen had geweten wat hij bedoelde. Er ontstaat totaal geen verwarring door zijn – in mijn ogen – grove fout. Waarom dan al die ophef? Waarom kriebelen mijn vingers elke keer weer als ik lees dat iemand ‘na de tandarts’ is geweest, of wanneer ik zie dat iemand eindelijk ‘geslaagt’ is voor zijn rijexamen? Ik weet het niet. Het is een roeping, een zintuig, het zit in me.
Ja, ik weet dat elke correctie slechts een druppel op een gloeiende plaat is, maar zelfs wanneer ik zie dat de gaspit onder die plaat aan staat, dan nog, tegen beter weten in, zal ik met al mijn betweterigheid elk taalschandaal bestrijden. Zo ook nu. Met de slaap nog in mijn ogen beweeg ik ook mijn tweede duim resoluut naar het scherm en reageer: “Met MIJN moeder NAAR de tandarts.”
Wil je zelf je column terugzien op onze site? Stuur je column in. Geplaatste columns belonen we met een superleuk Taalvoutjes-pakket!
Ik word niet snel boos. Mensen, ook leerlingen, kunnen heel veel bij me maken. Soms zelfs teveel. Ik word nu eenmaal niet snel boos om het minste geringste en b...
Taalvoutjes-fan Kees Henselmans ergert zich weinig aan taalvouten: er zijn nou eenmaal belangrijker dingen in het leven. Maar er is één uitzondering ......
Mijn vriendin komt uit het buitenland en leert Nederlands. Ze kan zich soms verbazen over woorden die ik heel gewoon vind. Vorige week leerde ze het woord ‘luci...
Daar sta ik dan als docent Nederlands. Ik loop vast. Ik twijfel. Ik stamel. Ik houd me in. Ik vecht tegen de bierkaai. Schipper tussen wat wel en niet ‘mag’ in ...