Woordweetje: Auf Deutsch, bitte!

niet hoog loopen

Mijn column over Franse woorden in het Nederlands was zo’n daverend succes (wauw, zes retweets!) dat ik werd geïnspireerd om een vervolgverhaal te schrijven. Over, jawohl, Duitse woorden in het Nederlands. En welk format leent zich daar nou beter voor dan een bonafide krimi oftewel detectiveverhaal? Viel Spaß!

 

Door Mark Mackintosh

 

Het was kort na middernacht toen rechercheur Derrick op de plaats delict aankwam: een überhip bar-restaurant in een verwaarloosd Bauhaus-gebouw. Of was het Jugendstil? Het was nog een drukte van belang; minstens dertig mensen zaten in de kleine ruimte aan de pils, schnaps en glühwein. Overal rook het naar verbrande schnitzel. Kelners raceten af en aan.
Een ober stapte op Derrick af.
“Herr Kommissar?”
De rechercheur knikte.
Grüß Gott, ik ben Kurt, Kurt Weill.”
De man loodste hem langs de bar en bracht hem naar een klein, unheimisch achterkamertje.

Immer geradeaus!

In het schamele licht van een bureaulamp lag een man van middelbare leeftijd op zijn rug, zo dood als een pier. Om hem heen lagen allerlei ordners en paperassen op de grond. Tekenen van een ruzie om een waardevol document?
Derrick raapte een bebloede föhn van de grond.
“Het moordwapen?”, vroeg Weill.
Derrick inspecteerde een open wond op de linkerslaap van het slachtoffer. Hij knikte.
“Kende u Herr Ketschup goed?”
Weill schudde zijn hoofd.
“Nee, überhaupt niet. Heinz was nogal een einzelgänger. We zijn een keer gaan abseilen en langlaufen als bedrijfsuitje, maar verder zag ik hem niet buiten het werk om.”
“Was Herr Ketschup ook een ober?”
“Ja, en nogal een streber. Alles moest perfect zijn: zijn uniform was altijd smetteloos, hij kende het hele menu uit zijn hoofd en meneer moest zich ook altijd bemoeien met het eten. Van zijn collega’s verwachtte hij dezelfde hoge standaard. Hij was rücksichtslos.”
“En dus niet bepaald geliefd?”
Weill zuchtte. “Wat zal ik zeggen? Ordnung muß sein, maar niet iedereen is een übermensch.”
Derrick hing boven het gezicht van het slachtoffer en veegde een vinger over diens wang.
Schmink!”, riep hij uit. “En hij is nog vers!”
Hij merkte een kleine plas bloed op onder de rug van de man.
“Hmm, nog een aanwijzing! Kunt u mij helpen Heinz Ketschup iets opzij te schuiven?”
“Daar heb ik an sich geen probleem mee”, zei Weill. “De lijkschouwer zal hem straks sowieso verplaatsen voor verder onderzoek.”
De twee maakten aanstalten om het slachtoffer op te tillen, maar plots zwaaide de deur open en stond in de opening een gezette blonde dame. Met een baard.
“Niets daarvan! Ketschup aanraken komt überhaupt niet im frage [correct Duits: in Frage]!”
“En u bent?”, vroeg Derrick.
“Lili, Lili Marleen”, snoof de vrouw. “Zijn levenspartner.”
Ze keek vol minachting naar Weill.
“Luistert u niet naar deze Neanderthaler. Hij wil u doen geloven dat mijn lieve Heinz alleen leefde voor zijn werk als ober, maar niets is minder waar. Deze bar was slechts een schnabbel voor hem. Zijn echte leven speelde zich af op de bühne.”
“Waar hij u leerde kennen?”, vroeg Derrick.
“In het circus”, zei Marleen triomfantelijk. “Ik was de bebaarde vrouw, hij een van de clowns. Ach, wat had hij daar toch een geweldig fingerspitzengefühl voor! Vooral zijn act met rottweilers deed hij altijd met zo veel schwung, zoveel emotie, zoveel weltschmerz! Fabelhaft! In Transsylvanië, waar ik oorspronkelijk vandaan kom, hadden we een soortgelijke volksdans. Ach, ik krijg heimwee als ik eraan denk!”
Weill brieste.
“Luister dame, ik werkte elke dag samen met Heinz. Ik ken mijn pappenheimers en die man had geen enkel verstand van al dat artistieke gefröbel! Hij wist alles van eten af, maar van kunst? Ho maar! De beste man was totaal niet salonfähig!”
Marleen keek met tranen in de ogen naar het levenloze lichaam van haar Heinz.

“Stop met deze hetze tegen de liefde van mijn leven!”, zei ze. “Heinz verdient respect. Hij heeft geen makkelijk leven gehad. Na de krach van 1987 verliet hij de zakenwereld en stortte zich in een zangcarrière. Maar zijn schlagers werden maar geen hits en belandden vrijwel meteen in de ramsj. Hij werd er zo depressief van dat hij zich aanmeldde voor Gestalttherapie. Zo kwam hij op het idee om bij het circus te gaan. Zijn redding.”

Derrick had een aha-erlebnis en wendde zich tot Weill.
Das Lied ist aus, ook voor u, Herr Weill!”
“Wat bedoelt u?”, zei deze geschrokken.

“Kom, kom, geen spelletjes”, zei Derrick. “Net als Herr Ketschup hebt ook u ambities buiten deze bar! Maar voor u geen circuskitsch of schlagers. Ik was laatst in het volkstheater en zag uw naam prijken op het programma. U timmert hard aan de weg als componist!”

Derrick keek naar alle papieren op de grond.

“Het viel mij bij binnenkomst op dat de helft van deze papieren, naast ansichtkaarten en rekeningen, uit bladmuziek bestaat.”

Hij raapte een aantal bladen van de grond op en las hun titels hardop voor.

Die Seeräuber-Jenny, Mackie Messer, Zuhälter-Ballade … Dit is allemaal uw werk! Herr Ketschup had de liedjes gestolen om voor zichzelf te claimen en zijn zangcarrière nieuw leven in te blazen! Zum kotzen!”

Weill barstte in tranen uit.

“Ja, ja, het is waar, ik geef het toe! Ik kon deze creatieve putsch niet toelaten. Verdammte Scheiße, ík ben hier het muzikale wonderkind!”

 

 

Wil jij taalnazi spelen en heb je correcties of toevoegingen? Geef hieronder commentaar.

Column

Column: Op het puntje van je tong

Column: Op het puntje van je tong

‘Het kinderpardon werd in 2012 door Diederik Samsom voor de poorten van de hel weggesleept.’ (Trouw, 24 juni 2016) Ik had de uitdrukking nooit eerder gehoord, m...


Column

Column: Genderneutrale kids

Column: Genderneutrale kids

Weg met dat woord! Laura van Eerten schrijft in haar column waarom 'genderneutraal' een goede kans maakt om de verkiezing te winnen....


Column

Winactie: Moeder van glas

Winactie: Moeder van glas

Taalliefhebbers zijn ook maar mensen. Dat bewijst Roos Schlikker met haar nieuwe boek Moeder van glas. Waar ze voor ons vijfde boek nog een column schreef over ...