Woordweetje: Sambal bij?
Op een vrijdagavond praat vriend X mij bij over zijn recente reis naar Indonesië in een – hoe kan het ook anders – Indonesisch afhaalrestaurant in de Jordaan. D...
Twee derde van de Nederlanders zet hem dagelijks op en de meesten van ons gaan er ook op zitten: de bril. Toch vragen weinigen zich waarschijnlijk af hoe het ding aan zijn naam komt. De vraag werd me onlangs voor de voeten geworpen, uit onverwachte hoek.
Door Mark Mackintosh
“Mark, hoe oud ben jij?” vroeg een van de dochtertjes van een vriendin.
“Raad eens.”
“Vijfenvijftig?”
“Nee lieverd, ome Mark is nog niet met prepensioen. Raad nog eens.”
“Tweeëntwintig?”
“Haha, dat mocht ome Mark willen! Nee, ik ben zevenendertig, schat.”
“Wow! Dat is oud!” klonk het uit het vijfjarige strotje. “Heb je niet een bril nodig?”
“Alleen eentje om op te poepen, meissie.”
Toen het lieve kind was bijgekomen van het schaterlachen (op haar leeftijd zijn poep- en plasgrappen steevast een hit), trok ze een serieus gezicht. “Waarom heet een wc-bril een wc-bril?”
Een brrriljante vraag. En eentje die ik moest opzoeken. Het woord ‘bril’, zo beweert het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands van M. Philippa e.a., is ontleend aan het Latijnse beryllus, dat op zijn beurt afstamt van het Griekse berullos. De Grieken hebben het woord geleend van het Middelindische veruliya, waarvan wordt vermoed dat het teruggaat op de Indiase stad Velur (tegenwoordig Belur). Het zijn stuk voor stuk verwijzingen naar de (half)transparante kwartssoort beril, waarvan rond 1300 in Noord-Italië de eerste brillen werden gemaakt. Hoogstwaarschijnlijk voor en door monniken, die in de middeleeuwen tot de geletterde minderheid van de bevolking behoorden. De monniken kwamen trouwens niet als eerste op het idee om een mineraalsoort te gebruiken om iets mee te vergroten. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Plinius de Oudere keek keizer Nero door een smaragd, een soort beril, naar zijn geliefde gladiatorengevechten, vermoedelijk omdat hij bijziend was. Dit is de oudste vermelding van wat een bril kan worden genoemd.
Ook ons woord ‘briljant’ gaat uiteindelijk terug op beril. Het is ontleend aan het Franse brillant (schitterend, stralend) en het Italiaanse brillare (schitteren, stralen), dat waarschijnlijk is afgeleid van het middeleeuws-Latijnse werkwoord berillare, schitteren als beril. De letterlijke betekenis van het woord ging geleidelijk over in een figuurlijke, aanvankelijk om iets als rijk of overdadig aan te duiden en vervolgens om prestaties en mensen als zeer knap of fraai te beschrijven. Van die figuurlijke betekenis zijn, zo meldt het Woordenboek der Nederlandsche taal, reeds uit de achttiende eeuw voorbeelden bekend.
De betekenis ‘deksel van het gemak, wc-bril’ is afgeleid van de bril die je op je neus zet en dus niet andersom. Het woord is, zo merkt het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands op, “vermoedelijk ontstaan uit een betekenis ‘rond voorwerp met een gat erin’”. Wie zich op een uitgebreidere etymologische uitleg zat te verheugen, moet ik helaas teleurstellen. Maar blijf het leven vooral door een roze bril bekijken; over twee weken ben ik terug met een nieuw woordweetje en zal ik je weer een poepie laten ruiken!
Heb jij een woord waarvan je de herkomst graag wilt weten? Laat het Mark hieronder in een reactie weten.
Beeld: Sanigids.nl
Op een vrijdagavond praat vriend X mij bij over zijn recente reis naar Indonesië in een – hoe kan het ook anders – Indonesisch afhaalrestaurant in de Jordaan. D...
Zo blij als een archeoloog (denk ik) is met de vondst van een eeuwenoud fossiel, zo blij ben ik met de eeuwenoude taalvondsten die Yannick Fritschy onthult in z...
Kon jij vroeger op school ook nooit al die regels over werkwoordspelling onthouden? Een -d, -t of soms zelfs -dt aan het eind van een werkwoord; om gek van te w...
Verschill muss da sein. Das ist falsche Buhl. Lüll da jetzt nicht umhin. Enkele steenkolenduitse zinnen uit het boekje ‘Es kommt wohl gut’ van Nederduitser Rein...