Column: Ge snapt me toch?
Enkele dagen geleden las ik met veel plezier de column Afkickpoging van Dion van Meel. Zijn verhaal was erg herkenbaar voor me, als lijdend voorwerp van taalnaz...
Toen ik nog een Tiesje was, deed ik eens uit verveling een spelletje met een vriend. We hadden allebei een stukje kauwgom en we beloofden elkaar dat we dat ergens op elkaars gezicht mochten plakken. Ik plakte het op zijn neus en lachte. Hij plakte het in mijn haar en lachte harder. Gelukkig had de kapster een oplossing: smeer een beetje pindakaas in je haar en de kauwgom komt zó los.
Door Ties Rohof
Nu schijnt het dat anderen dat spul ook op hun brood smeren. Dat doen we hier in Nederland al vrij lang. Lijkt mij ook een logischer plek. Pindakaas is zo normaal, dat we van de naam niet meer opkijken. Toch is het gek. Het lijkt toch helemaal niet op kaas? U begrijpt, ik ben op onderzoek uitgegaan.
De benaming van pindakaas heeft alles te maken met de Nederlandse Boterwet uit 1889. Want men kan wel zeuren over de Europese Unie met haar betuttelende regeltjes, maar wij konden er zelf ook wat van. Eind negentiende eeuw voerde de Nederlandse regering een wet in die specifieke eisen stelde aan boter. Kort gezegd moest het aan bepaalde voorwaarden voldoen om boter te mogen heten. Er waren rond 1880 namelijk producenten op de markt gekomen die in plaats van melk rundvet gebruikten als boterbasis en daar nogal eens vreemde ingrediënten aan toevoegden. Dat vonden de zuivelproducenten niet zo leuk. Zij verklaarden daarom in de media dat nepboter schadelijk was voor de gezondheid. Ook internationaal ontstond er veel discussie en besloten buurlanden de nepboter aan banden te leggen. In navolging daarvan voerde Nederland in 1889 de Boterwet in, die strenge eisen aan het zuivelproduct stelde. Dat betekende de geboorte van de margarine, de omvattende naam voor alle producten die nét geen boter waren.
En raad eens wat er bijna een kwart eeuw later zijn intrede deed uit het verre Suriname? Juist: ‘pienda-kaas’. In 1912 werden bij een landbouwtentoonstelling in het bruisende Deventer ook Surinaamse producten gepresenteerd, waaronder het bruine smeersel. Het mocht geen pindaboter genoemd worden, omdat dat nou eenmaal inging tegen de Boterwet. Dus kwamen ze met een creatief alternatief. Helaas, pindakaas.
We zijn altijd op zoek naar leuke verhalen over de herkomst van een woord of uitdrukking. Vind je dat je goed kunt schrijven en wil je jouw woordweetje terugzien op onze site? Stuur hier je woordweetje in. Gepubliceerde verhalen worden beloond met een leuk Taalvoutjes-pakket!
Wil je de herkomst weten van een bepaald woord? We zoeken het graag voor je uit! Laat het ons weten in een reactie hieronder.
Enkele dagen geleden las ik met veel plezier de column Afkickpoging van Dion van Meel. Zijn verhaal was erg herkenbaar voor me, als lijdend voorwerp van taalnaz...
“Ay, dios mío!” verzuchtte X laatst tijdens een wandeling door de Utrechtse binnenstad. Ze was enkele maanden geleden van Sevilla naar de Domstad verhuisd en ko...
Dacht je dat de regels van de Nederlandse taal moeilijk waren? Het Engels is ook niet altijd even makkelijk. Their, there, they’re… Snap jij het nog...
Dit keer geen zak van Sinterklaas, maar een quiz! Beantwoord alle tien vragen goed, zodat je niet mee naar Spanje moet. Tenzij dat je natuurlijk kan plezieren, ...