Column: Voor Pampus liggen
Stelt u zich de volgende scène voor: op een druilerige namiddag in 1995 bekijkt een jeugdige snaak – voor de eerste keer – wat later zijn favoriete ...
Volgend jaar een Utrechtenarenboot op de Pride in Amsterdam. Het is allemaal de schuld van de <vul hier een bevolkingsgroep in>.
Ja, dat klinkt best wel racistisch. En discriminerend. Ik heb er dan ook een best een hekel aan als mensen zoiets zeggen. Het getuigt wat mij betreft niet van … Nou ja, laten we het daar maar bij houden. Helaas is dit niet iets nieuws in de Nederlandse geschiedenis.
In tijden van crisis gaan mensen op zoek naar een collectieve zondebok. Alleen de zondebok in kwestie verandert weleens. Aan het begin van de achttiende eeuw was er een crisis in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en toen waren de Utrechtenaren de klos. En het waren nota bene de Utrechters die de Utrechtenaren op de korrel namen.
“U wordt schuldig bevonden aan het zijn van een Utrechtenaar en daarom wordt u ter dood veroordeeld door wurging.”
Ik was er niet bij toen er in de jaren 30 van de achttiende eeuw een heksenjacht plaatsvond op Utrechtenaren, maar ik kan me voorstellen dat een dergelijke uitspraak door een rechter gedaan werd. Had je een vervelende buurman, politieke rivaal of gewoon een bloedhekel aan de melkboer, dan was er een eenvoudige oplossing. Je liet simpelweg doorschemeren dat je de persoon in kwestie weleens bij de ruïnes van de Utrechtse Dom had zien rondscharrelen en de autoriteiten deden de rest. De Utrechtse Dom was destijds namelijk een ontmoetingsplek voor homo’s. En dat kon natuurlijk echt niet.
Na klachten van de toenmalige koster werd er een onderzoek ingesteld en werden er meer dan driehonderd mensen in Nederland ter dood veroordeeld voor homofilie.
In de twintigste eeuw raakte het woord Utrechtenaar in onbruik, omdat de redactie van het Utrechtsch Nieuwsblad vond dat het woord een negatieve bijklank had. Gelukkig leven we ondertussen in de 21ste eeuw en ik vind dat het geen flikker meer uit moet maken. Utrechter, Utrechtenaar … het zijn allemaal net mensen. Wat vind jij? Terecht?
Over Floris Mein
Dacht jij dat de mensheid simpel in te delen was in alfa- en bètatypes? Dan hebben we de uitzondering op de regel te pakken. Overdag goochelt Floris met cijfers bij een bekende bank, ‘s avonds begeeft hij zich in de krochten van de taal. Als Bloggende Bankier deelt hij zonder enige gêne zijn trauma’s met strenge bibliothecaressen of date-ervaringen op Tinder. Dat hij überhaupt tijd vindt om te daten mag een wonder heten, want hij schrijft ook nog eens op vaste basis voor Taalvoutjes. Dat houdt hem in elk geval uit de buurt van allerhande Xantippes.
Heb jij altijd al de herkomst van je favoriete woord willen weten? Laat het ons hieronder weten.
Stelt u zich de volgende scène voor: op een druilerige namiddag in 1995 bekijkt een jeugdige snaak – voor de eerste keer – wat later zijn favoriete ...
Het is 1982. Het jaar dat ik 22 word, mijn diploma verpleegkunde A haal en vervolgens, samen met een vriendin, naar Frankfurt vertrek om er te werken als verple...
Wanneer ik vroeger klaagde over moeders sponzige tofublokjes, werd mij steevast de mond gesnoerd. ‘Wees dankbaar dat je te eten hebt,’ zei mijn moeder dan, ‘wan...
What did the French ever do for us? Wat denk je van de honderden woorden en uitdrukkingen die ze aan de Nederlandse taal cadeau hebben gedaan? Veel buitenlandse...